De rechtbank veroordeelt 7 mannen voor het plegen van een reeks aanslagen op woningen van (voormalige) medewerkers van een fruitbedrijf uit Hedel en het treffen van voorbereidingen daartoe. Het gaat om 1 uitlokker (de halfbroer van de hoofdverdachte die eind juni terecht staat) en 6 uitvoerders. De uitlokker, een 21-jarige man uit Hilversum, krijgt met een gevangenisstraf van 10 jaar de hoogste straf. De rechtbank legt ook aan de 5 uitvoerders celstraffen op, variërend tussen 18 maanden en 8 jaar. Een zesde uitvoerder was ten tijde van de aanslagen minderjarig. Hij krijgt 24 maanden jeugddetentie, waarvan 6 maanden voorwaardelijk.
De gepleegde aanslagen zijn onderdeel van een landelijk bekende grote afpersingszaak van een fruitbedrijf uit Hedel. Deze afpersingen begonnen in mei 2019 na de ontdekking van een grote hoeveelheid cocaïne in een lading fruit van het bedrijf. De mannen hebben tussen 5 oktober 2020 en 25 november 2020 zware vuurwerkbommen (shells) naar in totaal 8 woningen van (voormalige) medewerkers van het fruitbedrijf gegooid. Het ging daarbij om woningen in Tiel (2), Rosmalen, Breda, Vlijmen, Kerkdriel en Hedel. Bij deze nachtelijke aanslagen vonden hevige ontploffingen plaats dichtbij de woningen waar de bewoners vaak lagen te slapen. Ook liepen meerdere woningen forse schade op en brandde 1 woning zelfs volledig af. De politie heeft 2 aanslagen in Hilversum in december 2020 weten te verijdelen.
Regio leeft in grote angst
De rechtbank stelt in alle zaken voorop dat het gaat om een afpersingszaak van enorme omvang. De afgelopen jaren zijn tientallen volkomen onschuldige personen slachtoffer geworden van aanslagen op hun woningen. Alleen omdat zij op een lijst staan van (voormalige) werknemers van het fruitbedrijf. Deze lijst was ten onrechte in een strafdossier gevoegd. De aanslagen zijn niet alleen ontzettend gevaarlijk, maar zorgen bovendien voor gevoelens van onveiligheid en angst. Niet alleen voor de personen op de lijst, maar ook voor buurtbewoners. De gehele Bommelerwaard leeft door de aanhoudende aanslagen al jaren in grote angst. Dit alles maakt dat de rechtbank in alle zaken een forse gevangenisstraf als uitgangspunt neemt.
Uitlokker aanslagen
De rechtbank vindt bewezen dat een 21-jarige man uit Hilversum 5 van de 7 aanslagen opzettelijk heeft uitgelokt. Hij is de halfbroer van de hoofdverdachte. Hij bood de jonge uitvoerders geld aan voor hun diensten. Ook verstrekte de man de vuurwerkbommen en gaf hij de adressen door waar de aanslagen gepleegd zouden moeten worden. Zonder de gedragingen van deze 21-jarige Hilversummer zouden de aanslagen niet hebben plaatsgevonden. Voor het uitlokken van een tweetal aanslagen en de afpersingspogingen (dreig-sms’jes gericht aan het fruitbedrijf) volgt vrijspraak wegens gebrek aan bewijs. De rechtbank legt aan de man een gevangenisstraf op van 10 jaar.
Uitvoerders aanslagen Tiel, Rosmalen, Breda en Vlijmen
De rechtbank vindt bewezen dat twee 22-jarige mannen uit Bussum betrokken zijn bij in totaal 5 aanslagen. De één was chauffeur en stond vaak op de uitkijk, terwijl de ander telkens de shells gooide. De gooier maakte zich ook schuldig aan de mislukte uitlokking van een aanslag in Hilversum eind december 2020. De chauffeur is tevens medeplichtig aan het plegen van een aanslag op de woning van een familielid van een shockvlogger in Zaandam.
De gooier krijgt 8 jaar gevangenisstraf. Hij heeft zijn betrokkenheid bij alle door de rechtbank bewezen verklaarde feiten ontkend en heeft dus geen verantwoordelijkheid genomen. Hij krijgt de hoogste straf van alle uitvoerders.
De chauffeur krijgt 4 jaar gevangenisstraf. Hij krijgt een beduidend lagere straf dan zijn medeverdachte omdat hij openheid van zaken heeft gegeven over zijn eigen rol en die van anderen. Hierdoor worden hij en zijn familie ernstig bedreigd.
Bij een van de aanslagen in Tiel was ook nog een derde 22-jarige man uit Bussum betrokken. Hij is daarnaast medeplichtig aan de mislukte uitlokking van de aanslag in Hilversum eind december 2020. Hij krijgt 2 jaar gevangenisstraf. Zijn straf is lager omdat hij bij minder aanslagen betrokken is geweest.
Uitvoerders aanslagen Kerkdriel en Hedel
Bij de aanslagen in Kerkdriel en Hedel zijn een 18-jarige man en een 22-jarige man betrokken, beide afkomstig uit Hilversum. Daarbij gooiden ze shells naar woningen van (voormalige) medewerkers van het fruitbedrijf. De 22-jarige man fungeerde als chauffeur en de 18-jarige man gooide de shells. Bij de aanslag in Kerkdriel ging de vuurwerkbom bijna door de ruit van de slaapkamer van de bewoners. Bij de aanslag in Hedel brandde de woning volledig af. De bewoners moesten uit het raam springen om zichzelf het leven te kunnen redden. Een van hen hield daar zware verwondingen met mogelijk blijvende gevolgen aan over. Daarnaast hebben de beide mannen uit Hilversum samen nog een - uiteindelijk verijdelde - aanslag voorbereid. Bij de aanslag in Kerkdriel was ook een 20-jarige man uit Ede betrokken. Hij stak de lont van de shell aan.
De 22-jarige man uit Hilversum krijgt 7 jaar gevangenisstraf. Zijn 18-jarige plaatsgenoot krijgt 24 maanden jeugddetentie waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Hij krijgt in verhouding een lagere straf omdat hij ten tijde van het plegen van de feiten minderjarig was. Hij krijgt de maximale straf voor minderjarigen met een voorwaardelijk deel zodat hij behandeld kan worden. De man is ook verminderd toerekeningsvatbaar.
De 20-jarige man uit Ede krijgt 18 maanden gevangenisstraf waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Zijn straf is het laagst, omdat hij betrokken is geweest bij één aanslag. Aan het voorwaardelijke strafdeel zijn bijzondere voorwaarden verbonden, zoals een behandelverplichting.
WOD-traject
De bewezenverklaring van de rechtbank voor de aanslagen in Tiel, Rosmalen, Breda en Vlijmen is voor een groot deel gebaseerd op de verklaringen van de chauffeur bij die aanslagen, een van de 22-jarige mannen uit Bussum. Hij legde tijdens een undercovertraject een verklaring af tegenover meerdere undercoveragenten over zijn rol en die van anderen. De rechtbank oordeelt dat de inzet van dit zogenaamde Werken Onder Dekmantel-traject (WOD-traject) rechtmatig is geweest en er geen sprake is van vormverzuimen die zouden moeten leiden tot bewijsuitsluiting van de verklaringen van ‘de chauffeur’. In deze zaak was sprake van een eenmalige en beperkte actie van 45 minuten. Er was voldoende grond om deze methode in te zetten, omdat de aanslagen ondanks verschillende aanhoudingen door bleven gaan en in ernst toenamen. Dat er ongeoorloofde druk op de man zou zijn uitgeoefend, blijkt nergens uit. Hoewel de man daarna ten onrechte als getuige is gehoord (hij was immers al verdachte), levert dat slechts een vormverzuim op in zijn zaak. Daar kunnen de andere mannen geen beroep op doen. Bij dat oordeel betrekt de rechtbank ook dat er geen wezenlijke verschillen zitten tussen zijn verklaringen in het WOD-traject, als getuige en later als verdachte. Alle door de man afgelegde verklaringen, die de rechtbank als betrouwbaar aanmerkt, kunnen voor het bewijs worden gebruikt.
Eerlijk proces (6 EVRM)
Dezelfde man heeft later vanwege de bedreiging van hem en zijn familie niet meer willen verklaren, ook niet in antwoord op vragen van de advocaten van zijn medeverdachten. Daarmee is inbreuk gemaakt op het ondervragingsrecht van deze medeverdachten. De bewezenverklaring berust in de meeste zaken volgens de rechtbank echter niet in beslissende mate op deze verklaringen; er is ook ander technisch en tactisch bewijs voorhanden. En voor zover de betreffende verklaringen wel beslissend zijn, hebben de advocaten op een andere manier de betrouwbaarheid van zijn verklaring kunnen toetsen, zodat sprake is van een eerlijk proces (artikel 6 EVRM) voor alle verdachten. Zo hebben de advocaten alle undercoveragenten en andere betrokkenen bij de undercoveractie die zij wilden horen, kunnen ondervragen. Daarbij heeft de rechtbank een onafhankelijke deskundige onderzoek laten doen naar de betrouwbaarheid van de verklaringen van de man.
Schadevergoeding
Tot slot moeten bijna alle mannen ook een schadevergoeding betalen aan de slachtoffers. De schadevergoedingen variëren van 5 duizend euro tot bijna 70 duizend euro. Deze bedragen bestaan uit zowel smartengeld als uit materiële schade.